Het gaat vaak verkeerd
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) zijn er in verschillende veiligheidsklassen. Valbeveiliging valt in de hoogste klasse. Volgens de wet dienen gebruikers voldoende te zijn opgeleid. Nicky van Oorschot (trainer/adviseur bij Safe Site – Powered by Mennens) vertelt wat daar bij komt kijken. “Ik merk dat er te vaak een PBM wordt verstrekt zonder verdere uitleg.”
Bron: Europoort Kringen, 1 september 2022
Een interview met Nicky van Oorschot over PBM begint bij wat een PBM precies is. “Een PBM moet gedragen kunnen worden”, legt Van Oorschot uit. “Een vangnet biedt bijvoorbeeld wel bescherming maar is geen PBM, net als een hekwerk of kooiladder. Een goed voorbeeld is een staalkabelsysteem op een dak; dat is ook geen PBM. Maar als je er een vallijn aan vastmaakt, is het wel een PBM.” Van Oorschot is acht jaar werkzaam bij Safe Site – Powered by Mennens waar hij diverse taken op zich neemt. Waaronder het geven van trainingen, het bieden van advies en het aansturen van trainers. Hij spreekt het liefst niet van ‘een PBM’, maar van ‘het PBM’. “Het is een persoonlijk beschermingsmiddel, dat is afgestemd op de persoon, werkzaamheden en omgeving. Een harnas is er in drie soorten: een basis-, positioneer- en zitharnas. Het type werkzaamheden bepaalt het type harnas. Zo kan een schilder die dagelijks in een hoogwerker staat, prima uit de voeten met een basisharnas. Maar als je dagelijks aan de touwen moet hangen, dan is een basisharnas geen optie en moet je voor een zitharnas kiezen.”
PBM-klassen
Sinds een aantal jaar is de PBM-verordening 2016/425 in werking, waarin een aantal belangrijke zaken is vastgelegd. “In de verordening worden drie klassen onderscheiden”, vertelt Van Oorschot. “Klasse 1 is de laagste veiligheidsklasse. Je moet daarbij denken aan licht mechanisch letsel, blootstelling aan temperaturen tot vijftig graden Celsius en stoffen die geen al te grote schade aan het menselijk lichaam berokkenen. Voorbeelden van klasse 1 PBM zijn een zonnebril, regenkleding of eenvoudige tuinhandschoenen. Klasse 3 is de hoogste veiligheidsklasse voor de grootste risico’s. Dan heb je het over zwaarder letsel en PBM als valbeveiliging, adembescherming, duik- en branduitrusting. De wetgever heeft zich er een beetje makkelijk vanaf gemaakt door klasse 2 te omschrijven als alles wat niet in klasse 1 of 3 zit.”
Restrisico
Valbeveiliging valt dus in klasse 3. “Dit hulpmiddel voorkomt niet dat je valt, maar dat je val wordt gestopt voordat je de grond raakt.” Het ‘valbeveiliging-ABC’ vormt volgens Van Oorschot de keten van valbeveiliging. De ‘a’ staat voor ankerpunt, de ‘b’ voor body support of harnas en de ‘c’ voor connection device of verbindingsmiddel. “Voor valbeveiliging heb je ze alle drie nodig”, stelt hij. “Je kunt nog een stap verder gaan door te kijken naar het restrisico. Het kan namelijk voorkomen dat je iemand moet weghalen. Daarom wordt de ‘d’ van descend device of reddingsmiddel er ook wel aan toegevoegd.” PBM moeten voldoen aan Europese normeringen en vergezeld gaan van een conformiteitsverklaring. “Dit is een papiertje waarop staat dat het PBM is getest en dat het voldoet. Vroeger was deze verklaring onbeperkt houdbaar, maar sinds de invoering van de PBM-verordening geldt de conformiteitsverklaring maar vijf jaar. Het kan zijn dat in de tussentijd de norm is bijgesteld en het product moet worden aangepast. Voor sommige aanbieders is dat reden om minder goed verkopende producten niet meer in de catalogus op te nemen.”
Training en verhuur
“Wij verhuren PBM voor valbeveiliging in principe aan iedereen. Maar wij waarschuwen wel dat het om PBM klasse 3 gaat. De wetgever schrijft voor dat gebruikers in voldoende mate moeten zijn opgeleid. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid bij de werkgever gelegd. Die kan een risicoanalyse uitvoeren en op basis daarvan een plan van aanpak opstellen. Wij kunnen hierbij niet dwingen, maar alleen adviseren”, verklaart Van Oorschot. Werkgevers hebben daar de nodige vrijheid in. Zo kan een gedetailleerde handleiding bij een PBM al voldoende zijn, maar het kan ook nodig blijken dat werknemers een training volgen. Volgens Van Oorschot is dat allerminst overbodig. “Je moet weten hoe je een harnas afstelt, inspecteert, aantrekt en gebruikt. Ik merk dat er te vaak een PBM wordt verstrekt zonder verdere uitleg. ‘Hoe moeilijk kan een harnas zijn’, is de redenatie daarachter. De realiteit is echter dat het vaak verkeerd gaat. Ik zie regelmatig mensen op trainingen die al jaren een harnas gebruiken. Maar ze weten niet goed hoe je hem moet aantrekken, hoe je het ankerpunt op de heup moet gebruiken of wanneer je een valdemper wel of niet gebruikt. Dat terwijl dit laatste essentieel is. Door de krachten die er tijdens een val ontstaan kan het lichaam ondanks de valbeveiliging schade oplopen. Ik zeg altijd: een stukje training zonder valbeveiliging vergroot het bewustzijn en daarmee ook de veiligheid. Een stukje PBM zonder training die Safe Site – Powered by Mennens kan verzorgen, levert gevaarlijke situaties op.”
Oplossing
De wet verduidelijkt niet hoe vaak trainingen moeten worden gevolgd. Ook hiervoor adviseert Van Oorschot werkgevers om een risicoanalyse op te stellen, gevolgd door een plan van aanpak. “De certificaten van onze trainingen hebben allemaal een andere geldigheid, gebaseerd op de complexiteit van de materialen die aan bod komen. Zo heeft onze reddingstraining een geldigheid van één jaar. Daar willen we niet te veel van afwijken. Soms moeten we nee zeggen tegen bedrijven die dit naar drie jaar willen uitbreiden. Wij hebben daarin een adviserende en leidende rol. Geldigheden grijpen wij niet uit de lucht, maar zijn marktconform.”
Soms kan een werkgever ervoor kiezen om werknemers niet te trainen. Daarvoor heeft Safe Site – Powered by Mennens een oplossing, vertelt Van Oorschot. “Stel dat mensen vooral aan het spoor werken en af en toe aan een brug. Aan het werken op hoogte zijn ze niet gewend. Maar heeft het voor die paar keer per jaar wel zin om ze te trainen? Het is de vraag of ze dan wel competent worden en blijven. In dit soort gevallen kan een klant er ook voor kiezen om twee mensen van ons in te huren. Zij blijven er continu bij, bieden begeleiding en sturen bij. Zie het als een extra laag beveiliging die je aanbrengt.”
'Organiseer het gebruik van PBM'
Bedrijven waar harnassen maar een aantal keer per jaar worden gebruikt, schaffen er veelal niet voor elke werknemer een aan. “Als je voor vijfentwintig medewerkers vijf harnassen in verschillende maten koopt, is dat prima. Ze moeten wel op de eindgebruiker zijn af te stellen.” Maar te vaak zegt Nicky van Oorschot te zien dat het eigenaarschap te wensen overlaat en PBM rondslingeren. “Je bent verplicht dit goed te organiseren zodat de veiligheid en gezondheid van de medewerkers niet in het geding komt. Zorg ook voor een waterdichte registratie die borgt dat materialen die worden uitgegeven klaar zijn voor gebruik.”
Het belang van gebruikersinspectie
PBM worden jaarlijks gekeurd en – indien goedgekeurd – van een keuringssticker voorzien. Dit zegt echter niets over de staat van het hulpmiddel, waarschuwt Nicky van Oorschot. “De keuring is een wettelijke vereiste, maar ook een momentopname, net als de APK-keuring van je auto. Het zegt niets over de huidige staat van het PBM. Daarom is het zo belangrijk dat gebruikers het voor gebruik zelf inspecteren. Dat kost maar een paar minuutjes, maar is ontzettend belangrijk en verplicht vanuit de NEN-EN365:2004.”
Het hoogst haalbare in valbeveiliging
Safe Site – Powered by Mennens, onderdeel van Mennens, is specialist in werken op hoogte en in diepte. Het biedt zes diensten aan:
- Advies;
- Trainingen; het beschikt in Vlaardingen over een Expertisecenter;
- Verkoop en verhuur van PBM;
- Projecten: verkoop van installaties als kooiladders, hekwerken en permanente ankersystemen;
- Rope Access;
- Inspectie.